Is dit de vorst die 't volk begeert?
Geen misstap of een woord verkeerd,
een stralende verplichte lach,
de handen wuiven vrolijk: dag,
een passend badpak op het strand,
een fotosessie in de krant,
het haar gekapt, op tijd geklapt,
de kleding van de juiste snit,
een koninklijke gouden rit,
geen kille air, maar populair,

het glazen huis
is fel verlicht,
daar gaan gordijnen
nimmer dicht.

Ik zou geen koning willen zijn.

Zij hebben 't erger nog gemaakt,
U in uw ziel het diepst geraakt,
gehoond, bespot: U, Zoon van God?
Zie hoe dit een vertoning is,
een kruiseling die koning is!

Wat zouden wij
hebben gedaan?
Wij zouden mede
schuldig staan.

Heer, dank U dat U zó uw weg
als Koning bent gegaan,
Heer, neem mij uit genade,
aan als uw onderdaan.