Het was een hele trouwe hond
van bijna negen jaar.
Hij en zijn lief bazinnetje
behoorden bij elkaar.
Ze woonden al die jaren saam
in een kleine flat.
Hij deelde met haar eten
en sliep bij haar in bed.

Ze waren heus niet eenzaam zo,
al kwam er nooit bezoek.
Alleen kwam er zo nu en dan
een juffrouw van de hoek.
Die deed dan alle boodschappen
en nam het hondje mee.
Maar pas als hij weer thuis was,
dan was hij pas tevree.

Opeens werd toen het vrouwtje ziek,
ze kwam niet uit haar stoel.
Het hondebeest gaf dat alras
een heel erg raar gevoel.
Hij sprong steeds naar haar benen op
en kefte telkens luid.
't Was alsof het zeggen wou:
'Kom ga nou met me uit.'

Het vrouwtje moest toen weg uit huis,
ze kon niet meer alleen.
Waar moest ze met haar trouwe hond
nu toch eig'lijk heen.
Ze vroeg het aan de juffrouw,
maar die zei: 'Arme ziel,
ik kan die hond niet hebben.
Hij moet naar het asiel.

Het vrouwtje in 't verpleegtehuis
werd steeds meer depressief.
Al waren alle zustertjes
toch wel heel erg lief.
Maar ja, zonder haar trouwe hond
was ze alles kwijt.
En in 't asiel daar werd het dier
van zijn lot bevrijd.

U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment