Twee kleine kaboutertjes

Zag ik zitten bij het vuur

Het waren een paar stouterdjes

Want het liep tegen twee uur

Allang moesten ze gaan slapen

In hun kleine warme bedjes

Ze zaten af en toe te gapen

Met open mondjes, niet zo netjes,

Maar ze konden nog niet pitten

Dat duurde zeker nog zes uur

Ze moesten blijven zitten

Bij dat slaap verwekkend vuur

Ze wilden het “langst wakker” record

Overnemen van die rare grote trollen

Opeens klonk er een hevig luid gesnor

De kaboutertjes en ik waren in slaap gevallen