Koude adem strijkt over kale bomen 
van 't Olterterper bos, danst als luchtkolk
tussen kruin en grauwe, lage wolk,
laat beeldhouwersdenken in zich stromen.

Sierlijk zwaaiende gereeedschappen komen: 
fijnzinnige beitels, soms een harde dolk,
treffen tere twijgen, zijn alle een tolk
voor arbeidsklank voorbij de boszomen.

Spraak van wind rondom levend hout daalt neer
in Het Witte Huis, omhelst keukengeuren,
geeft samen met kookkunst eigen taal weer.

Goede spijs siert na veelvuldig keuren
de tafels. Toon van warme zaal én guur weer
meldt zich om Kerstbijeenkomst op te beuren.