Eenzaam,
tussen de
puinhopen
van haar ellende,
scharrelt ze
verwezen rond.
Gebruikt..... voor ze
mocht ontluiken.
Minder dan een
straathond,
wacht ze op de dag
dat dit alles
voorbij zal zijn.
Dat schaamte
overgaat
in gevoelloosheid
en dat leegte
overgaat
in het niets van het
verlossende ravijn
de dood.

Gemaakt naar aanleiding van  het boek:
"Niemandskinderen" van Carolien Roodvoet.
De gevolgen  en verwerking van een onveilige jeugd.