Ergens op de wijde zee
Vol onbegrepen vragen
staan twee slanke vaandelstokken
samen te deinen

grote golven vallen brullend aan
overspoelen roofzuchtig schuimend
de klappende banieren
die zich haast gewonnen geven
moeizaam in het woeste water roeren
omhoog springen  _  weer vallen
almaar op en neer gaan

de beide standaards
hebben onwrikbare kracht
raken telkens elkaars voet

de kleine krijgsvlaggen
overwinnen niet zegevierend
maar strijden eeuwig door
zijn nooit levensmoe
steeds zeker van hun behoud.