bij avondschemering warm ik mij aan een vuur
de ganse namiddag is 't al aan het sneeuwen
vlokken vallen dansend, spelend, uur na uur
bij avondschemering warm ik mij aan een vuur
nooit lag de natuur zo stil en maagdelijk puur
en ik hoorde enkel ‘t krassen van de spreeuwen
bij avondschemering warm ik mij aan een vuur
de ganse namiddag is ’t al aan ‘t sneeuwen