Vogels fluiten zwierig,
krokussen komen weer op
De zon die schijnt niet gierig,
straalt z’n zonnestralen weer volop
 
De winter is echt verdreven,
de lente ervoor in de plaats
Jouw glimlach komt tot leven,
‘k zag deze lang gelee voor ‘t laatst
 
De schapen grazen buiten,
men haalt de koeien weer van stal
Ik hoor de boeren fluiten,
vertonen zich in een nieuwe overall
 
De dagen aan lengte gewonnen,
dit ten koste van de nachten
Wie heeft dit groots toch verzonnen,
welk een Schepper had dit in gedachten?