Op een morgen
zat op een bloembak
een merel
voor mijn vensterraam
en keek mij
met zijn lieve oogjes
heel vertederd aan
’t was of hij zeggen wilde
wat doe jij daar
nog binnen
deze morgen vroeg
was ik voor jou al
aan ’t zingen
toen toonde hij zijn
prachtig verenkleed
en vloog naar de dakgoot
met een kreet
ach mereltje
was ik als die broer van mij
hij maakte van jou
een levensecht schilderij
maar ik kan alleen
wat dichten en rijmen
en daar zal je niet
eeuwig in blijven
toch zal je zolang
ik blijf bestaan
jouw morgenpsalmen
mijn hart doen opengaan
een merel
voor mijn vensterraam
en keek mij
met zijn lieve oogjes
heel vertederd aan
’t was of hij zeggen wilde
wat doe jij daar
nog binnen
deze morgen vroeg
was ik voor jou al
aan ’t zingen
toen toonde hij zijn
prachtig verenkleed
en vloog naar de dakgoot
met een kreet
ach mereltje
was ik als die broer van mij
hij maakte van jou
een levensecht schilderij
maar ik kan alleen
wat dichten en rijmen
en daar zal je niet
eeuwig in blijven
toch zal je zolang
ik blijf bestaan
jouw morgenpsalmen
mijn hart doen opengaan
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.