Een lange oprijlaan
Verzorgde struiken staan
In rij langs beide zijden
Verboden in te rijden
Voor Uitvaart uitgezonderd
De graven. Meer dan honderd

Innerlijk verdwaasd
Rustig en onthaast
Loop ik langs alle zerken
Die rusten dit niet merken
Terwijl ik langzaam zoek
Een rustplaats in een hoek

De bomen lopen uit
Het leven weer ontspruit
Omdat de lentebode
Niet luistert naar de dode
De levende straks buigt
De stilte dit getuigt