Binnen in mij is het duister
'k zie momenteel zo weinig licht
ik weet het afscheid is nader
moeheid tekent je gezicht.

De eens zo sprankelende man
is geworden als een onzeker kind
het leven gaat met je op de loop
zodat je in routine geen rust meer vindt.

De trieste dagen rijgen zich aaneen
we doen ons best maar er is geen hoop
we drinken koffie en praten veel
over vroeger en onze levensloop.

Als ik wegga word je verdrietig
je kan het niet helpen, ik weet dat
huilend rijd ik dan naar huis
het is voor beiden een moeilijke tijd, Schat.

Als je bij ziekte zeker weet
dat er geen genezing meer is
sterf je elke dag een beetje
een voorbereiding op uiteindelijk gemis.