De steen der zondelast, die de ingang van het hart van deze wereld  afsluit, wordt door de dood van Jezus Christus, afgewenteld. Er breekt met de gouden morgenstond van Zijn Opstanding, in de duisternis daar, een nieuwe dageraad aan. 

Ziet, hoe zeer de in die spelonk gekluisterde zielen, gedurende hun levenslange worsteling, hartstochtelijk uitzien naar het bevrijdend licht van Gods aanwezigheid. Hun strijd is verloren zonder het reddend bloed van Jezus Christus. 

God opent daartoe ogen en oren om, nu het zondejuk is afgenomen, Zijn geschreven, waarachtige Woord te kunnen verstaan, en om Zijn verrichte wonderen in deze wereld, te kunnen ontwaren en onderscheiden. 

Hem zij gedankt voor de onbegrensde liefde, geduld en barmhartigheid, die Hij al Zijn kinderen, verlangend naar een eeuwig wonen in Zijn hemelrijk, toebedeelt. Moge daarom niet één van Zijn weldaden in het gebed worden vergeten.