‘Ik ben de goede Herder’ sprak Jezus tot de verdeelde Joden.
Voor mijn schapen in en buiten de kooi zal ik me zelfs laten doden.
Ik kom voor alle schapen, ook verdwaalden buiten in het veld,
Ik ben de gezondene Gods, een Herder voor wie elk schaapje telt.
 
Huurlingen spelen mooi weer tótdat er een roedel wolven verschijnt,
Dan springen ze op en roepen tot de kudde: ‘Kom snel overeind!
Ik zal jullie beschermen, heb geen angst, ik laat jullie niet alleen,
Blijf hier dicht bij elkaar, ik haal snel meer hulp, tot zo, ik ga nu heen.’
 
Maar Ik ben de Herder, uit vrije wil geef Ik voor jou mijn leven.
Onze Vader houdt van ons, geeft Mij de ruimte mijzelf te geven.
Neem je mijn geschenk aan, dan ben je voor altijd mijn geliefde kind,
Viert de hele hemel feest, omdat ook jij voor eeuwig wordt bemind.
 
Laten wij samen over de velden trekken naar de horizon.
Eet mijn brood des levens en laaf je aan water uit de levensbron.
Samen zullen we het onkruid bestrijden, de aarde doen bloeien,
Samen zullen we tot in eeuwigheid het liefdesrijk doen groeien.
 
Bij: Ik ben de goede Herder, Joh. 10: 11 e.v.