Toen ik midden in de Stille Week
’s Avonds laat naar buiten keek,
Scheen de maan daar als de zon,
Waarmee Uw schepping Heer, begon

Met dag en nacht heeft U bewust
Ons mensen Heer, toen toegerust
Met Uw wonderbare werken
We waren blij en stichtten kerken

We proefden U zo ongeveer,
Maar we wilden méér en méér
We horen weer wat U toen vroeg:
Is Mijn genade niet genoeg?

De wereld is nu omgekeerd,
Zoals de Bijbel heeft geleerd.
Het is nu zo ontzettend stil…
Is dit Heer, zoals U het wil?

Als de aarde nog mag blijven
Drukt U ons dan op den lijve
dat zij, die hier al moesten sterven
Vóór ons uw koninkrijk beërven?