't is vastentijd.
wie zal je, mag je
er zijn? bekleed je
met voorjaars blijde
tijding om te trachten
de ballast af te werpen,
om ons voor te berijpen,
vrij van wat ons al te zeer
van de wereld beperkte,
hoewel dat verwondde,
om onze bestemming
zonder meer, ben je
bereid, ten einde
onze toedracht,
te bereiken,

terecht

onthechten
en vervlechten
met slechts hetgeen
er welgemeend echt toe
zal doen, richt er vast
ons liefste aanzien
tot het lichter
aangezicht.

Wanneer jullie vasten, zet dan niet zo'n somber gezicht [Mat. 6:16]