Op de vuilnisbelten
van Johannesburg
deelden we soep en brood
met tranen in de ogen

een kindmoeder
die straks nieuw leven
zal gaan geven
zit daar tussen de troep
met haar schoenen in de dood
en ik dacht mijn God
waar ben Jij dan
hier gebleven

ze wrijft trots
over haar buik
hoe lang nog
vroeg ik haar bewogen
nog een maand roept ze blij
maak jij je dan geen zorgen
nee zegt zij want
God is er bij

op dat moment
dacht ik heel even
ik heb haar brood

maar zij heeft mij weer
zoveel hoop gegeven