de vreemdeling klopte
op de deur...
ik deed open
hij keek me aan...
en ik herkende hem al
ik noodde hem aan mijn tafel.

Hij brak het brood
en wij dronken samen
de wijn der vriendschap...
vreemdeling onder mijn dak
toch ook een vriend
in zijn ogen lagen stiltes
zijn gelaat straalde vrede uit.

Op de vleugels van de dageraad
vertrok hij weer..
en bedankte mij
mijn vriend en vreemdeling
ooit ontmoeten wij elkaar weer.


Ina Emmink