Ik kreeg eens een ring, een ring van mijn vriend.
Hij gaf mij die ring als teken van liefde,
waar had ik die liefde toch aan verdiend.
Het was me zo dierbaar, die ring aan mijn vinger.
Het was me zo dierbaar, die ring aan mijn hand.
Ik keek er vaak naar en dacht aan die jongen,
ik dacht aan die jongen en aan onze band.
Maar eens op een dag, was er een ander.
Eens op een dag, was het voorbij.
Ineens kreeg die ander dat speciaal plekje,
en was in zijn hart geen plaats meer voor mij.
Geef mij de ring maar, het waren zijn woorden.
Geef mij de ring maar, ik berg het wel op.
Ik huilde en huilde, maar gaf hem de ring mee.
Hij zou het bewaren, maar ik vond het een strop.
Ik ben nu de ring kwijt, maar ik ben niet verloren.
Ik heb nog een Vriend, Hij blijft mij steeds trouw.
Een vriend die mij altijd in alles zal steunen.
Het is Jezus, Hij zei: "Ik hou van jou."
Inmiddels sta ik weer boven op de bergtop en draag weer een ring aan mijn vinger. Maar ik merkte toen en nu nog steeds, God laat nooit alleen.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.