op het Joodse kerkhof,
klein, verscholen achteraf,
lees ik namen, jaren op een graf
die spreken van ‘tov en van sof
 
op het Joodse kerkhof,
Hebreeuwse letters op een zerk
weggevaagd door heidens werk,
wind, onbegrip of door de Mof
 
op het hek leg ik mijn hand
sluit het Joodse kerkhof,
vreemd genoeg voelt het alsof
ik even sta voor ’t Beloofde Land

(* Hebr. 'hier is verborgen')