ondanks
alle obstakels
van het leven
en de wereld rondom
weet ik mij
geborgen en geliefd

geborgen als een rank
in een wijnstok
geliefd door de Landman
die met eigen hand
mij aanbracht in de Wijnstok
wiens sapstroom
continu mij voedt
met liefde

verleden tijd
is weg gewassen in
het kostbaar bloed
van het Lam Gods
genade mij ten deel gevallen
en elke dag
die Hij mij geeft
verheug ik mij
in Hem

op weg nu
naar de feestzaal
waar bruidegom
en bruid elkaar
zullen ontmoeten
in de armen sluiten
de invitatie
overgaat
in eeuwig samen zijn
van aangezicht
tot aangezicht