Als U de bijbel ter hand neemt
we samen zitten gaan en lezen
mij het verleden vertellen wil

Reis ik dan uit Ur, lach met Sarah mee
zie ik Ismaël verdwijnen en fluisteren we
hem alle liefde, alle geluk, de wereld in

Sla ik het gouden kalf doormidden
omdat ik goedheid ontvangen heb
omringt door een hebzucht van zonden

Dicht ik de psalmen naar muziek
U die mij begeleidt koning te zijn
van een groter nageslacht

Vertelt U mij de dood te leven
de waarheid te prediken
door pijn heen een weg te geven

Vecht ik mij terug naar Mekka
inspireer Uw woorden opnieuw
de mensheid in, over goed en kwaad

En als ik dit verleden begrepen heb
we samen praten over nu, lacht U dan
over een rijkdom evenwichtig volmaakt?


Maarten Plante


2 januari 2006