Angst, zo mens'lijk, zo dichtbij
Voor morgen, wat ons lot zal zijn
Voor geliefden, groot en klein
De vrees, daarin verdrinken wij

En als we dan eens om ons kijken
Dan zien we, wij zijn niet alleen
Want zonder de angst, is er niet één
Zij heeft ons in haar greep en wil niet wijken

Maar als wij nu samen eens besloten
Haar om te buigen, naar de moed
De moed die haar verbleken doet
En onze draagkracht zal vergroten

Samen moedig, voor elkaar
Samen dragend, wat ons wacht
Wetend dat licht komt, na de nacht
Maar ook dat Hij ons steeds bewaart

Wat ons ook overkomen zal
Hij trekt met ons de dalen door
Hij die ons lijden ziet en hoort
Hij spreekt ons moed in, overal

Marian van der Veen-Niemeijer