Heer
de angst is
me naar de
keel gevlogen
Ik schreeuw
het uit naar U
Ik kan niet
op en neer
Uw golven
slaan mij neer
en ik slaap al
nachtenlang
niet meer
Heer, waar
bent U nu
 
 
Waarom
verstoot U mij
en ben ik Uw
kind niet meer
Die vreselijke
angst bij mij
Uw toorn drukt
zwaar op mij
ik roep om hulp
maar U bent
niet nabij
Ik kan geen
kant meer op
O, Heer
wat doet dit zeer
 
 
Dit gedicht heb ik geschreven om de doodsangst van mensen met een psychose in beeld te brengen.
In dit geval is de persoon om wie het gaat er heel zeker van dat God zich van hem
heeft afgewend en er voor hem geen verlossing is. Rationeel weet hij dat God zó niet is,
maar de angst is als een bende rovers die op hem inbeuken.