Ik droomde dat ik werd onthoofd,
ik voelde mij angstig, verdoofd.
Heel velen stonden om mij heen,
ze keken toe, hun ogen waren steen.
Ik keek mijn vijanden aan en zei,
ik vergeef het jullie in Gods naam.
Ze kwamen dichter om mij staan
het tij viel niet te keren, ik bad.
Ik werd wakker, mijn ogen nat,
het was een hele akelige droom.


Uit deze droom ontwaakte ik net!