de wereld dobbert maar wat rond
als een schip zonder thuishaven
ontreddert met ingescheurde zeilen halfstok
er is geen God die zich kapitein wil noemen
van dit rondzwalkend wrak waar hulpelozen
verborgen als knaagdieren tussen kratten
op zoek naar een land van melk en honing
zeeën en oceanen kotsen deze wereld uit
schuimbekken miserabel luidruchtig gedreven
door de wind geblazen met bolle zeilen
mijlen ver van wat als bestemming was bedoeld
en toch
vergeef het ons, Gij die redder zijt in nood
wil ons leiden met riemen van rede
richting haven van mensen met hoop
om zonder angst thuis te mogen komen
in een wereld van liefde
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.