Ik zwom in zee
Het was hèèrlijk
Maar steeds verder weg van de dijk
Want ik dreef met de stroom mee

De mensen op het strand werden klein
In en boven mij geen wolk
Ik sukkelde in een draaikolk
'k Was beland op gevaarlijk terrein

Waar was nu God?
De vloed zoog me dieper en dieper
De golven werden steeds genieper
Werd dit mijn lot?

Ik moest me schikken naar Zijn wil
Maar toen ik alles overgaf
En dacht, dit is mijn levensstraf
Werd de zee plots stil