Een open deur, een liefdevol hart,
Een meelevende blik die je verwart.
Een diep gevoel van genegenheid.
Een hartelijk gebaar van spontaniteit.
Maakt je ten diepste toe bereid.
 
Maakt je bereid om er te zijn
voor de ander, in verdriet en in pijn.
Om samen te bidden en samen te huilen,
samen te dragen en weg te kunnen schuilen.
Wanneer anderen je levensmoed bevuilen.
 
Een arm om je schouder, een open deur.
Dat geeft je moed, dat stelt nooit teleur.
Dat maakt je vrij van je zorgen,
Je voelt je erdoor geborgen.
Geeft je weer kracht voor een nieuwe morgen.
 
Een open deur, een uitgestoken hand.
Een gastvrij huis in een ver en vreemd land.
Een mens, een naaste die je verbindt.
Die met je huilt, die je bemint.
Waar vind je zo’n vrind?
 
Een open deur waardoor het licht
naar buiten komt, gaat niet weer dicht.
Dat licht dat straalt.
Wat je vol blijdschap naar binnen haalt.
En nooit tekort schiet of in liefde faalt.
 
In dat huis, daar woont die Vrind,
Die met jou huilt en die je bemint.
Die je verwarmt, die je behoedt,
Die je geneest, die je met Zijn liefde voedt.
Hij geeft alles in overvloed.
 
Die open deur vind je in God,
In Zijn liefde en in Zijn gebod,
Hij is het die jouw roep verstaat,
die jou door Zijn open deur binnenlaat.
Hij, die jouw levenszorgen verstaat.
 
Open zo’n deur in je hart voor de ander.
Deel van Zijn liefde voor jou en verander.
Geef je naaste een kans om binnen te gaan,
door de deur die jij open laat staan
mag voor ieder het hemellicht stralen gaan.