op die sombere dag in maart
ik had iets goeds voor de boeg
en iets naars achter de rug
toen ik God om een oplossing vroeg
Op straat liep ik voor me uit te kijken
wilde niet eens mensen ontwijken
ik hoorde mijn voetstappen
en die van de anderen
terwijl ik het niet kon behappen
Pratende, dringende, opdringerige mensen
terugblikkend, terwijl ik vooruitzien bleef wensen
wachtend in die lange rij
voor een rinkelende kassa
juist dáár ontmoetten jóuw ogen mij
Je bleef zo onbevangen kijken
ik voelde mijn ongenoegen bezwijken
spontaan verscheen er een lach
mijn hart werd weer warm
gelukkig ontmoette ik jóu deze dag
In die massa mensen keek je naar míj
de anderen liepen me zomaar voorbij
je ogen zo helder blauw
jij zág wat ik voelde gebeuren
ook al was je pas twee...
God gebruikte jóu
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.