Tussen hoogten opgesloten
zonder horizon of licht
slechts in diepte ontsproten
enkel op zichzelf gericht.

Opzien tegen hoge bergen
in besloten eenzaamheid
aan omgeving verbergen
moeiten en innerlijke strijd.

Enkel in het diepste binnen
gebonden aan één plek
zonder te beginnen
verandering in dagbestek.

Eenzaam tussen vele groten
stil verborgen angst
weer te worden verstoten
en voor menigten het bangst.

Toch, van tijd tot tijd
door zon beschenen
in momenten zonder strijd
ontkiemende plant tussen stenen.

Ontluikende plant die liefde vond
gestreeld door tere handen
door warmte óók in die afgrond
verlost van knellende banden.

Gewezen door een medemens
die andermans noden ziet
en handelt naar Gods wens
eist roem en eer voor zichzelf niet.