In een ver verleden
wat al vergeten was
loopt het kleine kind.
Haar hand stevig
in de grote.

Haar ogen naar
de hemel gericht,
ziet ze een pracht
aan sterrenlicht.

In onvoorwaardelijk
kinderlijk vertrouwen,
weet ze daarboven
woont de hemelse Vader
daar is God.

Kijk naar de sterren.

In een ver verleden
wat al vergeten was,
een kinderlijk verlangen,
zo vers nu als
dauwdruppels in de ochtend.

In een ver verleden
wat al vergeten was
staat de deur open
naar een nieuwe
toekomst.

Kijk naar de sterren.
Gerda Allersma