'k Hoorde laatst de tere klanken
van een kind, ze was aan 't zingen
over 't rijk dat zou gaan komen,
over grootse nieuwe dingen.

'k Heb heel stilletjes geluisterd
naar haar zachte jubelzang,
pinkte daar, door haar verwonderd
zilte tranen van mijn wang.

'k Bad heel stil tot God de Vader,
laat mij als dat kleine kind
uitzien naar die grootse dingen
opdat ik Uw hemel vind.