Op donkere wegen, langs paden en stegen
vroeg ik om de hulp van mijn Heer.
't Was donker en koud, en ik voelde me nietig
'k zag nergens een lichtpuntje meer.
Ik snakte naar uitzicht, naar levendig Water,
bevrijding van 't donkere lot
en knielde wanhopig in brandend verlangen,
zocht zo naar de hand van mijn God.
De uren vergleden toen 'k daar moegestreden
het Licht zag van Jezus' gezicht.
'k Stond op en ik baadde in lichtende Liefde

nu wandel ik slechts in Zijn Licht...