Schuifelend kwam hij dichterbij, puffend zeeg hij naast mij neer
zijn rollator duwde hij opzij, ik keek naar hem en zag nog meer

ik zag hem in zijn jonge jaren, spelend en rennend als een kind
ik zag hem als een jongeman, de eerste kus maar ook zijn tegenwind

ik las op zijn oud gezicht de sporen door het leven gegroefd
ik voelde hun drukkend gewicht, zijn starende ogen keken bedroefd

ja kind, zei hij zachtjes toen hij mij naar hem zag kijken
't is herfst, maar de mijne is voorbij, mijn horizon is aan 't wijken

ik hield mijn mond en luisterde naar zijn raspend ademhalen
waar doorheen hij fluisterde: ik wou dat God mij maar kwam halen

ik legde mijn hand op de zijne, voelde zijn aderen als rivieren
zijn ogen keken in de mijne, in wezen was hij al niet meer hier

traag kwam zijn stem weer tot mij: ik weet dat mijn Eeuwige Zomer komt;
woorden waren verder overbodig, 'n gedeelde glimlach volstond
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment