De sterke gelovigen
van vierduizend jaren terug
kenden geen geschriften
of vrome geschiedenis
maar aanvaardden met ruime geest
het bestaan van 't Opperwezen
en Diens heerschappij
aangezien zij zich niet
de kern der Schepping voelden
maar hun nietigheid
als mens beseften
een kleine vonk
die vluchtig door het heelal zweeft
spoedig in het duister verdwijnt
verrassende stralen nalaat.