Vraag het
aan de aarde
en u zult merken
dat het eens goed was
ja, het was bijna volmaakt.
 
Er kwam
flora en fauna
die in hun geaardheid
goed konden samenleven
ja, het was bijna volmaakt.
 
Toen
kwam er
de mens eerst
 maar één en dat was
 goed toen was het volmaakt.
 
De mens
leefde in volstrekte
harmonie en wist niet wat
goed maar ook niet wat kwaad was.
 
Toen
kwam de
 verveling en God
schiep nog een mens
de wereld zag er opeens anders
uit want de mens zag zijn gelijke verschijnen.
 
Toen kwam
ook de zonde op
de aarde en ook de dood
deed zijn intrede de sterkste en
de slimste wonnen het van de zwakkere
moord en doodslag werd al gemeen goed
toen ging het al fout, want de mens wilde eten
en de dieren en de vissen vormden hun dagelijks brood
waar zij God voor dankten want van Hem komt het voedsel.