Hier thuis ben ik
heer en meester, zeker
van rang en stand en
als ik wandelen ga
draag ik mijn kin hoog,
haal de wind op met mijn neus,
treed met ferme stap,
buik in, borst vooruit!
 
Allengs
 
raken de stappen hun ritme
kwijt, blozen de konen
en verschijnt er zweet op de brug
van mijn neus, ik word moe en
neem nu kleinere passen op de weg
naar het huis van mijn vader toe,
hij staat aan de deur en zegt:
‘wees welkom, kind.’

Miranda Mei