Een merel wachtte tot ik wakker was.
Hij hipte zachtjes in 't bedauwde gras.
En in het morgenlicht gezeten
vertrouwde hij: 'Ik krijg wel eten'

Zo rustig, vol verwachting was hij daar.
Ik zag hem, dacht, het is wel waar;
de vogels zaaien niet en maaien niet
maar God is't die ook dieren ziet.

Als ik dan wakker wordt vol zorgen
en opzie naar een nieuwe morgen
mag ik als deze merel weten:
'God zal me niet vergeten'.

Een kleine vogel gaf les in vertrouwen.
Op God mag je elke dag weer bouwen.