Ze vertelt Hem haar verlangens:
Nooit meer in de noen waterhalen.
Hij zal spreken over het woord dat
de dorstigen zo broodnodig hebben.

Aan haar die maar een slet was
werd aan de bron bekend gemaakt
wat voor velen verborgen bleef.
Ze wist niet eens van de tempeltwist.

Door het woord hoorde ze wat de
openbaring betekende en bracht
deze boodschap rap naar de stad.
Ging in de morgen reeds naar de bron.

Zij spreekt over een water die voor
de ziel een blijvende lafenis is en
kunnen nu zonder emmer putten
uit het levende water die Jezus is.


Uit:  'diepte roept tot de diepte'.