voor zijn huis bij het hek langs de straat te wachten
zijn blik was gericht op de horizon
vol geloof dat een wonder gebeuren kon
Een jongen die zichzelf moed inpraatte
liep terug naar het huis dat hij eens had verlaten
vertelde zichzelf dat hij zeggen zou:
Vader, ik was u en uw God zelfs ontrouw
Ik verwacht niet dat u een zegen op mij legt
maar neem mij terug, niet als zoon maar als knecht
Ik zal heel hard werken daar kunt u van op aan
en nooit op het recht van zoonschap gaan staan
De vader zag toen het beeld uit zijn dromen
het was zijn zóón die hij daar aan zag komen
Met een brok in zijn keel en met tranen in zijn ogen
werd zijn liefde voor hem door ontferming bewogen
Hij viel hem om de hals en kuste hem
"M'n jongen," zei hij met omfloerste stem
"je bent weer terug, ik neem je weer aan
want jij bent mijn zoon! Ik laat jou nooit meer gaan!"
Er volgde een feest dat zijn weerga niet kent
de verlorengewaande werd als zoon weer erkend
Hij kreeg een prachtige ring en de mooiste kledij
want de liefde van de Vader sprak de jongen vrij
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.