Hij was de eerste zoon van Adam
en van Eva, het tweede geslacht
dat na de schepping op aarde kwam;
was hij de zoon waarop werd gewacht?
Men bracht hulde aan God, ook Kaïn,
zijn offer werd niet aangenomen;
hij werd zeer toornig, zo staat er in
de tekst waar dat is opgenomen.

God’s waarschuwing had hij wel gehoord,
maar hij is zijn eigen weg gegaan;
waartoe dat leidde, staat in het Woord,
als wij Zijn wegen niet willen gaan:
Hij heeft Abel in het veld gedood,
wiens offer wél was aangenomen;
maar diens bloed kleurde de aarde rood,
God is naar Kaïn toegekomen.

Als ge op de akker zult werken
zal die geen volle vrucht meer geven,
zwerver zult ge zijn, en dat merken
gedurende uw aardse leven.
Mijn misdaad is te groot voor Uw straf,
zo sprak Kaïn, kan ik nog leven?
wie mij vindt, die rekent met mij af
die zal mij geen genade geven.

God deed dat wél, Hij gaf een teken
aan Kaïn, en die kon verder gaan;
dat gold voor Kaïns aardse weken
dat kunnen wij uit de Schrift verstaan.
Hij is met zijn vrouw uitgeweken,
ver bij Adam en Eva vandaan,
hij ging weg naar andere streken:
Kaïn is naar het land Nod gegaan.

Oostelijk van Eden was zijn stad:
hij is daar een and’re weg gegaan
dan die van het teken dat hij had;
Kaïn komt straks wél voor God te staan.
Judas spreekt van: Kaïns weg op gaan,
op onze reis naar de eeuwigheid;
Heer, behoed ons voor die weg en baan,
want die eindigt in verlorenheid.

bij Genesis 4 : 1 – 16; en 3 : 15 en 20;
Judas, vers 11.