Mijn tijd op aarde is kort;
gezien op de eeuwigheid,
die nooit wordt ingekort!
Niet kent; de verderfelijkheid.

De tijd; zij is kort, maar,
niet té, dat is waar.
Ze is in Gods hand.
voor Hem moet aan de kant:
ook de tijd, om plaats te maken,
voor Zijn heerlijk Koninkrijk!
Dan zal dit aardse rijk:
Voorbij zijn, dus moet ik waken:
Dat mij die dag niet overvalt,
als de tijd echt vervalt!
Houd ik hier wel eens halt,
om stil te zijn! Of bevalt:
het mij hier zo goed,
om niet uit te zien naar die dag?
God maakt in Zijn Woord van die dag gewag.
Ik kom zegt Hij en...? Hij doet!

God vertraagt het niet,
maar wil dat allen, ja ziet;
allen tot bekering komen,
om zo in Zijn Koninkrijk te komen!
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment