zittend
bij de bron van leven
de nabijheid
van de levende God

groeiend
naar de kenmerken
van zijn Zoon
en zijn koninkrijk

diep beseffend
dat zijn eigen hand
mij ingeplugd heeft
als rank aan zijn Zoon

reikhalzend uitzien
om dag na dag
met Hem op te trekken
als leerling van Hem

leren luisteren
naar de zachte stem
van de Geest van wijsheid
die ik ontvangen heb

Hij verwacht
mijn vertrouwen
met al zijn plannen
in diepe verbondenheid

en zo . . .
al worstelend
met eigen ideeën
Hem volgend
en overleggend
als zijn compagnon
in de uitwerking
van zijn koninkrijk
de voeten wassend
als Jezus
de Koningsknecht
van de levende God
mag ik zijn knecht zijn


naar Psalm 131 en Johannes 13-15