Bij mijzelf is geen leven begonnen,
het is mij in de beginne gegeven.
Noem het God, de almachtige,
de heilige, oorsprong van leven.

Ik werd geboren in lichaam en geest,
mag kind van de aarde heten.
Kind van God, kind van mensen,
mens met liefde en geweten.

Liefde dat was mijn beginnen,
noem het beminnen, vertrouwen,
noem het aan de wereld gegeven,
weten van geloven en bouwen.

Iemand is het begin begonnen,
schiep en formeerde, geloofde in mij.
Vraag naar het wonder van leven
aan wie mij beminde voorbij.

Noem het God, noem het geschapen.
Zeg het met eerbied en ontzag.
Wonder van bewegen, van zijn.
Een kind van de Zijn nieuwe dag.