Ik sta aan het roer van mijn levensbootje,
maar 't gaat niet altijd zo ik wil.
Soms vaar ik op zee en soms in een slootje,
soms stormt het, soms is het windstil.
Zo moet ik dus met mijn bootje laveren,
dwars door weer en wind heen.
Ooit hoop ik veilig aan wal af te meren,
maar dat kan ik echt niet alleen.

'k Moet rekening houden met  wisselgetijden,
dan is het eb, dan weer vloed.
Soms moet ik de elementen bestrijden
al gaat dat meestal wel goed.
Maar kom ik bij tijden in woelige baren
en moet ik natuurkracht weerstaan.
Dan voel ik: "Ik kan zonder hulp niet varen,
ik kan niet alleen verder gaan."

Ik moet met mijn bootje voortdurend opletten.
Gevaar loert en dreigt overal.
Ik heb hulp nodig mijn koers uit te zetten
op weg naar de veilige wal.
Een hulp die mij de instructies kan geven,
waardoor ik beschermd zal zijn
tegen gevaren in het stuurmansleven.
Instructies van een Kapitein.

En maak ik dan met mijn bootje een misser
dan wend ik me tot de Kap'tein.
Want ik weet het zeker, die Kap'tein, ja Die is er.
Hij zal er altijd voor me zijn.
Hij brengt mij steeds weer op koers, wat een gave.
Hij is in 't leven mijn loods.
Hij brengt mij ooit in de Veilige Haven.
Is die gedachte niet groots?