Ik ga alleen door het leven heen
Er is niemand die wat tegen mij zegt
Dagelijks voer ik een terugkerend gevecht
Soms denk ik dat het mij die dag lukt
Maar ’s avonds ben ik nog steeds alleen.

Wat mis ik toch in mijn leven
Daar kom ik pas achter als de bel gaat
Ik doe open en kijk naar de man die voor mij staat
Hij zegt: “goedemiddag, ik kom van de kerk
Mag ik even binnenkomen en u een hand geven?”

Perplex doe ik de deur verder open
De man loopt de kamer in en kijkt mij aan
“Ik kreeg de opdracht om naar u te gaan
En als ik zo naar u kijk is het ook nodig.”
Stil blijf ik rondjes in mijn eigen huis lopen.

We praten over God, geloof en de kerk
Ook over mijn alleen zijn en het lege gevoel
Samen bidden wij, neen, praten met God
Met de belofte dat ik zondag zit op de kerkstoel
Weet ik zeker dat ik nooit alleen ben geweest.