Ik de Heere heb het recht lief

het recht geeft de regels om te gaan en te staan
en om zo met elkaar door het leven te gaan
dat privaat recht en publiek recht staat in wetten
en het is voor ons wijs om daar op te letten

dit recht bevat en betreft veel aardse dingen
aangelegenheden die ons steeds omringen
studeren werken wonen zijn zulke zaken
die ons allen wel eens of veelal gaan raken

recht en plicht jegens elkaar en de overheid
daar hebben we mee te maken in onze tijd
met wetgeving en met bestuur en met rechtspraak
en naar de regels leven is een goede zaak

voor 't recht kan men hier tot aan de Hoge Raad gaan
dan komt het in hoogste instantie vast te staan
zo ligt het hier met het recht van aardse dingen
en hoe als de eeuwigheid ons gaat omringen

eens te meer zal er dan zijn het Goddelijk recht
de Heere heeft het recht lief, zo heeft Hij gezegd
Hij vervult Sion met recht en gerechtigheid
zie naar Zijn dag reikhalzend uit, en weest verblijd

Hij de Hoogste Rechter, die het oordeel bepaalt
Hij Die voor Zijn vijanden de schuld heeft betaald
dat is Zijn Goddelijk recht waar Hij naar handelt
Hij legt het klaar voor ieder die met Hem wandelt

Hij is voor u en mij naar Moria gegaan
nu zal Hij daar als Koning der Koningen staan
God's recht en genade is er voor ons bij Hem
eeuwig in Eden's Hof en in Jerusalem

bij : Jesaja 33;
       I Thessalonicenzen 4, slot