"ver van de Heere en in de vreemde"
daarvan wil toch niemand van ons weten
we willen bij Hem zijn zoals het was
in Eden's Hof die we nooit vergeten
we hebben het daar mogen zijn vergooid
doordat we daar luisterden naar de slang
"ge zult als God zijn" was zijn misleiding,
met de dood als vrucht van 't slangengezang
wij moeten allen eens die poort door gaan
als de Heer niet eerder weer zal komen
Psalm negentig spreekt van tachtig jaren
dan wordt hier niet meer van ons vernomen
maar als onze namen geschreven staan
daar, in het boek des levens bij het Lam
omdat God Zelf ons heeft willen vinden
dan is er geen dood meer die komt of kwam
want zie wat de Heere gesproken heeft:
wie gelooft in de Vader en in Mij:
die heeft de dood reeds achter zich liggen
en die blijven van veroordeling vrij
het ver van de Heer zijn, is dan voorbij
zo wil Hij met elk van ons handelen
om bij Hem de Koning thuis te komen
en met ons in Eden's Hof te wand'len
Hij is de Heer Die ons wilde vinden
en Die ons hier door de tijd heeft geleid
Hij Die ons rekent tot Zijn beminden:
onze Koning zij lof in eeuwigheid
in Eden's Hof die we nooit vergeten
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Bezinning
- Hits: 25
-