Hij wilde trouw in God geloven,
Die al de onrust had gebracht
en hij geloofde in de grote kracht
die tot hem kwam. Die kwam van boven.

God kende hem, dus dankte hij de Heer
naar wie hij angstig bleef verlangen.
De HEERE hield zijn hartstochten gevangen,
hij knielde op zijn aarde neer.

Toen hij ging sterven stonden daar zijn vrienden.
Zij baden slechts, onzeker om zijn lot,
maar hoopten op de trouw van God.
 
Neem hem nog op in U, Uw hartsbeminde.
Ja, neem zijn leven, draag zijn arme ziel;
dat niet de eeuwigheid ontviel.

bij: Jan Siebelink, Knielen op een bed violen.