Een rijk Heer knikte zeer verheugd.
Hij had een feest gepland:
'k Laat anderen delen in die vreugd.
Straks maak ik het bekend!'

Hij spaarde op geen enkele post
Hoe groots was Zijn gebaar.
En o, wat heeft het veel gekost!
Toen was de feestzaal klaar.

Hij nodigde zeer velen uit.
Zijn roep ging door het land.
Hij zond zijn invitaties uit:
Een kaart met gouden rand.

Maar ach .... de gasten bleven uit,
zij hadden hun vertier.
Zij zochten verontschuldiging.
Het scheelde hen geen zier.

Baas Bot had juist een boot gekocht,
die lag aan gindse vliet,
zodat hij nu geen feestje zocht.
Dus .... komen kon hij niet.

Boer Chiel had zich wat vee verschaft:
Een geit, een kip, een koe.
De feestzaal stond niet op 't program.
Hij zou niet weten hoe!

Zoon Jochem was maar net gehuwd,
dus kon die zeker niet.
Toen was de vreugd om 't feest geluwd:
't werd boosheid en verdriet!

Verslagen was de Gastheer niet:
Hij zond in steeg en straat
Zijn invitaties en .... o ziet
hoe het hier verder gaat ....

De grote feestzaal stroomt nu vol
met arme bedelaars.
De Gastheer heeft betaald de tol
voor zoveel wonderbaars!

De deur gaat dicht, het feest vangt aan.
Gejubel wordt gehoord
door allen, die nu buiten staan
verloren! .... bij de poort.

Misschien ligt hier deze boodschap in,
dat God de Heer ons noodt.
Weet dan: jouw 'ja woord' brengt gewin:
Het Leven voor de dood!

Zie, Jezus heeft de Weg gebaand,
de wil laat Hij ons vrij.
Vandaag nog is 't, dat Hij ons maant:
'Komt allen – Komt tot Mij'

Ps: Komt u ook op Het Feest?