Moeder, ik ken uw leven,
uw werken, dag en nacht.
Maar gaarne zou ik weten
wat u van ons verwacht.

Bij het ouder worden,
en in uw grijze dagen.
Toen dacht ik er niet aan,
om het u te vragen.

Ik zal het niet meer kunnen vragen,
Geen stem die opstijgt uit uw graf.
Er heerst hier volmaakte stilte.
Uw leven was het dat mij antwoord gaf.

Uw leven ging aan mij voorbij.
Een leven vol van vreugde en zorgen.
U stond altijd klaar voor ons,
bij dag en nacht en vroege morgen.

U stond klaar voor mens en dier,
voor ieder leven.
U die nooit iets nam,
't was altijd geven.

Toen ik peinsde bij uw graf,
ging aan mij voorbij uw leven.
Het antwoord wat ik zag
was: LOUTER GEVEN.
Jan van der Veen


Uit: Licht en Hoop - De roep van het verlangen.
januari 1994.